Loskomen van de schaamte

an image of a podium

Je bent 76, van na de Tweede Wereldoorlog. En toch is die al je leven lang aanwezig, ergens in je onderbewustzijn. De schaamte, vanwege het oorlogsverleden van je opa. Het verhaal van Hennie Derks.

De eerste keer dat Hennie voelt dat er ‘íets geks’ aan de hand is, herinnert hij zich nog goed. “Ik was nog een jochie, met mijn moeder in de noodwinkel van de Hema aan het Keizer Karelplein. Plots werd ik door haar de winkel uit gesleurd. Ze werd nagewezen, er werd over haar geroddeld.”

In een volgende herinnering bezoekt hij zijn opa, Anton Wiebe, in de gevangenis. “Hij zat daar in een blauwe overal aan een tafel met een kleedje. In de hoek een bewaker. Als mijn moeder opa onder de tafel een slok jenever aanreikte, deed die bewaker of hij het niet zag. Opa maakte in de gevangenis speelgoed voor ons: een poppenwiegje, kinderwagen of een houten molen. Mijn z ussen en ik waren er blij mee.”

Wat ook vreemd is: oma heeft geen eigen huis. Ze verblijft zes weken bij het gezin van Hennie, dan zes weken bij een tante, daarop zes weken bij een andere tante en dan weer bij hen. En dat jarenlang. Op een gegeven moment wordt duidelijk dat zijn opa vreselijke dingen heeft gedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als politieagent in Nijmegen was hij betrokken bij honderden arrestaties van Joden en verzetsmensen. Na de oorlog werd Wiebe schuldig bevonden aan de dood van zeker twintig mensen en veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf.
De moeder van Hennie houdt van haar vader (zijn opa), maar vertelt ook onthutsende verhalen. Hennie: “Oma was de fascist in de familie. Zij was de kwade genius. Opa zat volledig bij haar onder de knoet. Als hij thuiskwam van zijn dienst, moest hij eerst alles in het huishouden doen en koken. Als hij iets fout gedaan had, kreeg hij slaag met de mattenklopper. ”
Na de oorlog kreeg ook de oma van Hennie gevangenisstraf, twee jaar, wegens collaboratie.
Na incidenten zoals bij de Hema, schuwt de moeder van Hennie de buitenwereld, voelt zich alleen veilig in kleine kring. Ze is wantrouwig, kan nooit ontspannen zijn. Ze worstelt duidelijk met een dubbele loyaliteit: ze heeft haar vader lief, maar veracht zijn daden. Later, bij Hennie op bezoek, gaat ze gesprekken over haar ouders en de oorlog uit de weg.
“Die geschiedenis, die schaamte, drukt altijd op onze familie. Eerst op mijn moeder en haar zussen, nu op ons, op mij. Ik heb heel lang aan niemand verteld over mijn opa. Mijn ene zus omzeilt nog steeds gesprekken over de Jodenvervolging. Je voelt je onbewust schuldig.”
Hennie wil na de oorlog naar de politieacademie. Zijn grote wens: boeven vangen. Hij wordt echter afgewezen: ‘ongeschikt voor de politiedienst’. Of dat iets te maken heeft met zijn antecedenten, de rol van zijn opa? “Ik weet het niet, maar mijn moeder dacht van wel.”
Als Hennie daarna kiest voor de studie politicologie, wordt hem dat door zijn moeder sterk afgeraden: “Politiek, blijf er verre van. Daar komt alleen maar ellende van!” Ze is niettemin maar wat trots als haar zoon zijn bul haalt.
Hennie werkt decennialang als communicatieadviseur, voor bedrijven, maar ook voor overheidsdiensten. Naar eigen zeggen heeft hij, op die ene keer bij de politieacademie na, geen hinder van zijn afkomst, hij is nooit aangesproken op de rol van zijn opa. “Ik heb natuurlijk ook een andere achternaam, dat heb ik altijd gezien als een beschermlaag.”
Wel wordt hij eens gevraagd voor een bestuursfunctie bij een organisatie die zich bezighoudt met de herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Maar hij wordt afgewezen, nadat hij verteld heeft over zijn opa. “Ik was geschokt dat juist een partij die zich bezighoudt met herdenken, verzoening, bevrijding, zo’n standpunt innam.”

Zijn opa heeft nooit meer over de oorlog gesproken. “Met geen woord! Ik vind dat wel jammer, had graag meer willen weten over het hoe en waarom.”

Na diens overlijden duikt Hennie met zijn zussen in het dossier van zijn grootvader bij het Nationaal Archief. Voor het eerst kan hij er dan wat meer afstand van nemen. “Het kleeft toch aan je.” Sindsdien houdt hij zich steeds vaker voor: “Jij hebt nergens schuld aan, je was niet eens geboren, je hoeft je nergens voor te schamen.”

Hoe herinnert Hennie zich zijn opa? “Als een grote, vriendelijke reus, een lobbes, die voor ons mooie dingen maakte, zoals die houten molen.” Na een korte stilte: “Gek, hè, terwijl hij toch zulke vreselijke dingen gedaan heeft. Daar is geen enkele rechtvaardiging voor. Het voelt zo tegenstrijdig!” Eerst wil hij geen interview, maar besluit toch mee te werken. “Ik wil de terughoudendheid afzweren, niet langer deze geschiedenis verzwijgen. Loskomen van de schaamte.”


Eerst wil hij geen interview, maar besluit toch mee te werken. “Ik wil de terughoudendheid afzweren, niet langer deze geschiedenis verzwijgen. Loskomen van de schaamte.”

Nijmegen in vrijheid

U kunt contact met ons opnemen via het Infocentrum WO2 Nijmegen,
Ridderstraat 27
6511 TM Nijmegen
024-2200102
welkom@infocentrumwo2.nl

Over ons

Volg ons