Campusdichter Derk Wijkamp over razzia

Campusdichter Derk Wijkamp heeft een gedicht over de razzia van 17 november geschreven.

an image of a podium

In het kader van het herdenkingsprogramma 'Razzia 17 november 1942' traden zondag 20 november enkele spoken word-artiesten op in Bibliotheek De Mariënburg. Zij vertelden in hun eigen woorden en op grond van hun eigen ervaringen het verhaal van jongeren die tijdens de razzia omkwamen. Eén van de artiesten was Derk Wijkamp, de campusdichter van de Radboud Universiteit. Hierbij zijn gedicht:

Zachte bloemen

Omdat we niet wilden dat onze ouders het een en ander zouden vermoeden
hadden we slechts een half uur de tijd om bij elkaar te zijn.
We hadden afgesproken op het Waalstrand,
jij had een flesje grenadine mee en ik een kleedje om op te zitten.
Ik zag hoe de zon daar door jouw vingers schitterde toen ik tussen jouw benen plaatsnam
en jij figuren maakte met je handen voor mijn ogen:
een konijntje, een duif en een pistool.
Ik draaide me om en zag voor het eerst de
gele gloed van de ondergaande zon in jouw kastanjebruine haar.
Jij gaf mij toen onze eerste zoen en het was alsof alles wit werd,
alsof de radio die thuis in de kast staat haar signaal verloor
en de woorden plaats hadden gemaakt voor ruis.
De wereld was goed, alles was goed en lief en mooi
en zacht als de bloemen die je voor me mee had gebracht.
Ik heb je toen beloofd dat ik altijd bij je zou blijven,
je eeuwig trouw zou zijn.
En daar heb ik me aan gehouden.
God weet, dat ik me daaraan heb gehouden.

Niet al te lang daarna, maar inmiddels een leven lang geleden
was er oorlog en dood,
werd er geplunderd en verkracht,
werden er mensen tegen de muur gezet,
omdat ze om hun afkomst werden veracht.
Op een avond stond er voor jou een overvalwagen klaar,
twintig uniformen liepen door de straten waar de zon net onder de daken was gezakt
en trokken je zo, aan je kastanjebruine haar, het kozijn uit.
Ik kon je niet eens gedag zeggen, kreeg geen kus op mijn wang zoals iedere ochtend
als je naar je werk ging en ik nog even op bed bleef liggen,
geen tedere knuffel waar ik altijd vlindertjes van kreeg,
niet eens een vlugge zwaai, die de tederheid verzweeg,
maar op dat moment toch zou benadrukken.
Geen idee waarom ze jou moesten hebben,
schijnbaar waren ze uit op de lieve mensen,
het soort mensen die bloemen voor je zouden kopen op de markt,
het soort mensen die je op schoot nemen en knuffelen als je verdrietig bent.
Schijnbaar wilden ze de liefde uitroeien.
In elk geval was de liefde tussen ons in de kiem gesmoord
nu slechts de wind uit het Oosten nog kan fluisteren wat ik toen niet heb gehoord:
‘Vaarwel mijn liefste, ik zal altijd van je houden’
En dat heb je gedaan,
ik weet zeker dat je dat hebt gedaan.

Wat heb ik gehad? De onvoorwaardelijke liefde van de jeugd.
En wat ben ik nu? Een oude vrouw met een jongen in haar hart.
En wat heb ik gedaan? Zestig jaar lang ging ik iedere zondagochtend naar jouw graf
en nam bloemen voor je mee, diezelfde zachte bloemen die jij toen aan mij gaf.
Oh lieve schat, ik ben nog hier, maar eerstdaags kom ik naar jou,
want het heeft lang geduurd en nu ben ik moe, ik ben nu een oude vrouw.
Dus ik wikkel mij in witte doeken en ga liggen in de ochtenddauw.
En dan, omringd door zachte bloemen, leg ik mijn neer naast jou.

Nijmegen in vrijheid

U kunt contact met ons opnemen via het Infocentrum WO2 Nijmegen,
Ridderstraat 27
6511 TM Nijmegen
024-2200102
welkom@infocentrumwo2.nl

Volg ons