(ON)VRIJHEID
VRIJHEID IS EEN WERKWOORD
Vrijheid is het recht om te zijn wie je wilt. Om te denken en te zeggen wat je wilt. Te lezen, te kijken en te luisteren wat je wilt. Om te leven zoals je wilt. In veiligheid, zonder vrees voor vervolging. Zonder angst voor honger en met goede medische zorg. Nog maar pas geleden hebben onze (over)grootouders vijf jaar moeten leven in een land zonder vrijheid. Waar terreur en geweld aan de orde van de dag waren. Zoals nu nog steeds in vele landen op de wereld.
Daarom is vrijheid een werkwoord. Een oproep, een uitdaging en een verantwoordelijkheid. Voor ieder van ons. Om ons bewust te zijn van de waarde en de betekenis ervan. Om een herhaling van die vijf oorlogsjaren te voorkomen. En dus actief mee te werken aan de vergroting en uitbreiding van dat ene kostbare begrip: vrijheid
Jongeren in gesprek met burgemeester Bruls: wat betekent vrijheid?
Vrijheid. Wat betekent dat eigenlijk voor tieners? Zegt de Tweede Wereldoorlog hen nog iets? En wat verwachten zij van vrijheid in de toekomst? Drie jongeren spreken hierover met de Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls.
Veel mensen kennen oorlog alleen uit verhalen. Gelukkig maar. Zeker voor jongeren die opgroeien in Nederland is het moeilijk om je een leven in oorlog en onvrijheid voor te stellen. “De geschiedenis kan ons nog altijd veel leren”, zegt burgemeester Hubert Bruls, die benieuwd is of jongeren dat ook zo ervaren. Hij legt de vraag voor aan Hidde (15), Stijn (16) en Dijana (17).
Bij Stijn aan tafel wordt er weleens gesproken over de Tweede Wereldoorlog. “Ik besef heel goed dat we nu rustig naar buiten kunnen en niet zomaar worden opgepakt of vermoord.”
Hidde heeft met zijn vader veel documentaires en films over de oorlog gekeken. “Ik kan alleen maar zeggen dat ik heel blij ben dat ik niet in de oorlog leefde. Wij hebben alles en kunnen doen wat we willen.”
Ook bij Dijana thuis is oorlog een thema dat de aandacht heeft. “Mijn vader is in de jaren negentig gevlucht uit Bosnië, vanwege oorlog die daar toen woedde. Ik ben heel blij dat hij naar Nederland is gevlucht. Want hier kunnen we alles doen en is het goed geregeld. Je kunt naar school en alles worden wat je maar wilt. Hier zijn we vrij.”
Maar of we die vrijheid ook echt zo ervaren? “Misschien waarderen we het niet altijd genoeg”, denkt Dijana. “Het is iets dat we vanzelfsprekend zijn gaan vinden.” Dat herkennen de andere jongeren. Al merk je het natuurlijk wel als je iets van je vrijheid in moet leveren.
Kijk bijvoorbeeld naar de coronaperiode. Die valt op geen enkele manier te vergelijken met de gevaren en onvrijheid tijdens een oorlog. Toch was het soms moeilijk om te begrijpen waarom bepaalde maatregelen nodig waren. Waarom je niemand mocht zien of de deur niet uit mocht.
Mag de overheid onze vrijheid wel inperken, vragen de jongeren zich hardop af. Bruls denkt dat het soms niet anders kan. “De overheid moet keuzes maken in het belang van iedereen. Je kunt niet altijd meer vrijheid geven. We leven hier met 17,5 miljoen mensen, dan moet je soms grenzen stellen.” Dat begrijpen de jongeren. Wel vinden ze het belangrijk dat de politici goed uitleggen waarom bepaalde keuzes gemaakt worden en onze vrijheid soms aan banden wordt gelegd.
Als het gaat over vrijheid en hoe dit er in de toekomst uit zal zien, leven er wel wat zorgen bij de jongeren. Hidde noemt als belangrijkste aandachtspunt het klimaat en wat dat mogelijk voor onze vrijheid gaat betekenen. “Er zijn maatregelen nodig om klimaatverandering tegen te gaan en dat beperkt ons in onze vrijheid. We kunnen niet meer zomaar doen wat we willen. Ik maak me daar wel zorgen over. Er is best veel kritiek op de maatregelen en daardoor zie je meer onvrede onder mensen. En er wordt minder goed naar elkaar geluisterd, dus dat zorgt voor spanningen. Dan hoeft het geen oorlog te zijn, maar mensen voelen zich minder vrij.”
Hij probeert daarom zelf positief en in gesprek te blijven. Dijana vult hem aan: “Je hoeft niet altijd meer welvaart te hebben, het gaat er vooral om hoe je je voelt. Met minder kun je je net zo goed vrij voelen. Dat zit dan vooral in jezelf.”
Bruls is het daarmee van harte eens. “Zolang we met elkaar in gesprek blijven en begrip voor elkaar blijven opbrengen, heb ik er vertrouwen in dat we ons vrij kunnen voelen.”
Vrijheid geven is vrijheid krijgen
In de gemeente Berg en Dal is de strijd om de vrijheid nooit ver weg. Deze regio speelde een belangrijke rol bij de militaire operaties Market Garden in september 1944 en Veritable (slag om het Reichswald) in het voorjaar van 1945. Het Vrijheidsmuseum, begraafplaatsen, monumenten en plaquettes herinneren aan deze periode. Drie vragen aan burgemeester Mark Slinkman van Berg en Dal over vrijheid.
Wat is voor u de belangrijkste vorm van vrijheid?
“Pas als je vrijheid verdwijnt kan je voelen hoe enorm belangrijk deze is. Dit geldt zeker ook
voor je vrijheid van meningsuiting. In ons land is het vanzelfsprekend dat je kan en mag
zeggen wat je vindt. Ook als je mening afwijkt van de gangbare mening. Of als je mening ingaat tegen het beleid en standpunten van bijvoorbeeld onze regeringsleiders. Er zijn helaas
genoeg voorbeelden van landen waar dat onmogelijk is, omdat dat zeer ernstige gevolgen
heeft voor jou en/of je familie. Wat mij betreft is de vrijheid om te zeggen wat je vindt essentieel. Al betekent dat niet dat je ook alles moet zeggen wat je vindt, bijvoorbeeld door
iemand te beledigen of zelfs te bedreigen.”
Wat is voor u dé locatie in uw gemeente als het gaat om de strijd om de vrijheid?
“Berg en Dal kent veel plekken waar de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog levend
worden gehouden. Locaties waar gestreden én geleden is voor onze vrijheid. Van de historische massale luchtlandingen tijdens operatie Market Garden tot aan de evacuatie van de bevolking van Millingen, Kekerdom en Leuth en de gevechten aan de frontlinie die in 1944 dwars door onze gemeente liep. Dit en nog veel meer komt samen in ons veelzijdige Vrijheidsmuseum. Daar kan je zien hoe er gestreden is voor onze vrijheid en hoe kwetsbaar die vrijheid is. Een voorbeeld daarvan is hoe subtiel, geleidelijk en haast onopgemerkt vrijheid beetje bij beetje kan verdwijnen.”
Welke boodschap heeft u aan de jeugd over vrijheid?
“Vrijheid lijkt een gegeven. Iets vanzelfsprekends. Maar kijk naar de wereld om je heen: als we ons er niet met zijn allen actief voor inzetten zijn we onze vrijheid kwijt voordat we er erg in hebben. We leven in een roerige periode, waarbij kritiek (en helaas soms vergezeld door beledigingen en bedreigingen) op afwijkende meningen er haast al is voordat die mening is uitgesproken. Voor jongeren geldt hetzelfde als voor ons allen: het vergt meer moed en lef
om kritisch op jezelf te zijn dan op de ander. Zelfkritiek is wat mij betreft een ondergewaardeerde deugd die ons als maatschappij, maar ook als individu, verder helpt. Datzelfde geldt voor begrip voor elkaars standpunten en overtuigingen. Vrijheid geven is vrijheid krijgen.”